Leefgebieden vis en aantallen vissen
Visstand in de noordelijke wateren
In alle zeeën rond Europa is de klimaatverandering merkbaar. In het noorden stijgt de temperatuur sneller dan in de rest van de wereld. Een gevolg is het afnemen van het Noordpoolijs. Het heeft ook gevolgen voor de visstand in de noordelijke wateren. Vissoorten als kabeljauw, koolvis, haring en heilbot trekken verder naar het noorden, naar kouder water. Noordzeevissen als kabeljauw en schelvis trekken ook geleidelijk uit de Noordzee weg naar het noorden, terwijl pijlinktvissen, sepia's en octopussen, maar ook dorades en sardientjes, zich langzaam steeds meer thuis voelen in de Noordzee [IPCC].
Ansjovis in Peruaanse wateren
Ansjovis is de meest voorkomende en meest gevangen vis in de wateren van Peru. Onderzoekers waarschuwen dat deze voedzame vis kan verdwijnen als het zeewater opwarmt. Nu al zwemt er minder ansjovis in de Peruaanse wateren en de vissen worden kleiner. Dit kan een gevaar betekenen voor de voedselvoorziening ter plaatse [Volkskrant].
Verwachting voor de visstand
De verwachting is dat van veel soorten vis in zeeën en oceanen het lichaamsgewicht zal afnemen. De afname kan 20% tot 25% bedragen. Dit is een gevolg van de hogere zeewatertemperatuur, die leidt tot een lager zuurstofgehalte in het water. Dit beïnvloedt de stofwisseling en daardoor de maximale groei van vissen. Vooral de Atlantische kabeljauw en de schelvis nemen nu al sterk in gewicht af. De gewichtsafname kan grote gevolgen hebben voor de mariene ecosystemen en de wereldwijde visserij; de hoeveelheid vis in oceanen en zeeën neemt af [Volkskrant].
Als de opwarming van de aarde beperkt blijf tot 1,5 graad dan zal de wereldvisserij naar verwachting 1,5 miljoen ton minder opbrengen; bij een stijging van 2 graden zal de vermindering 3 miljoen ton zijn [Volkskrant], [IPCC].