Energiebesparing

Het begrip energiebesparing

Energiebesparing is een eenvoudige manier om de emissie van kooldioxide te beperken. In de trias energetica plus is energiebesparing de eerste manier om de uitstoot te beperken. Energiebesparing is een breed begrip. Onder energiebesparing wordt verstaan het bewust beperken van de energievraag door het afzien of verminderen van de afname van energiediensten of door het inzetten van energiebesparende technieken bij het inzetten van de energiediensten. In alle gevallen is het gevolg, een lager energieverbruik. Energiebesparing is nu alleen belangrijk omdat er, voor de energievoorziening, hoofdzakelijk fossiele brandstoffen worden ingezet, met broeikasgasemissies tot gevolg. Zou de hele energievoorziening gebaseerd zijn op hernieuwbare bronnen dan zou een wens tot energiebesparing alleen voortkomen uit economische motieven en niet vanwege het milieu. Hierbij wordt overigens voorbij gegaan aan eventuele gevolgen voor het milieu bij productie van systemen die de hernieuwbare energie leveren.

Potentieel energiebesparing

Diverse studies hebben laten zien dat er veel economisch haalbare besparingsmogelijkheden zijn. Voor wat betreft het potentieel aan energiebesparing wordt onderscheid gemaakt tussen:

Het theoretisch potentieel is het potentieel aan energiebesparing wat theoretisch mogelijk is als alle energiebesparende mogelijkheden zowel technisch, economisch, als gedragsbepaald worden gerealiseerd. Het technisch potentieel is het potentieel wat haalbaar is als alle maatregelen worden genomen, die met de huidige stand van de techniek zijn te realiseren. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de grenzen en het rendement van de technologie. Het economisch potentieel is het potentieel wat economisch rendabel is. Meestal wordt hieronder verstaan dat de kosten, die gemaakt moeten worden om de besparing te realiseren, binnen vijf jaar zijn terugverdiend door lagere energiekosten of door lagere milieulasten. Het realiseerbaar potentieel is het potentieel wat praktisch realiseerbaar is rekening houdend met gedrag, met investeringsmogelijkheden of met afschrijftermijnen. Verwarmen van een woning geeft een voorbeeld van de verschillende potentiëlen voor energiebesparing bij een woning.

Instrumenten overheid

De overheden, zowel de Nederlandse als de Europese, zetten diverse instrumenten in om energiebesparing te bevorderen. Voor de Nederlandse overheid zijn dat:

Met subsidieregelingen worden energiebesparende maatregelen sneller rendabel. Daarnaast worden met subsidieregelingen onderzoek en ontwikkeling naar en kennisopbouw van energiebesparing gestimuleerd. Met fiscale maatregelen wordt het gebruik van energie ontmoedigd of wordt de inzet van energiebesparing bevorderd. Een voorbeeld van het eerste is de regulerende energiebelasting. Daarmee wordt het gebruik van energie extra belast. Een voorbeeld van het tweede is het Groen Beleggen. Bij Groen Beleggen hoeft over het rendement van deze beleggingen geen belasting te worden betaald. Met normstelling en regelgeving wordt bewerkstelligd dat het energieverbruik wordt beperkt. Een voorbeeld is de BENG-norm (BENG: Bijna Energie Neutraal Gebouwd) waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. Met de industrie worden afspraken gemaakt en convenanten gesloten waarin de industrie zich verplicht om energie te besparen. Het kabinet wil dat grote bedrijven en instellingen gaan bijhouden hoeveel CO2 hun werknemers uitstoten bij het forenzen naar hun werk. Vanaf een 1 januari 2023 moeten deze ondernemingen rapporteren hoeveel CO2 hun reizende medewerkers gezamenlijk uitstoten. Grote bedrijven en instellingen worden vanaf 2025 verplicht de CO2 uitstoot van hun reizende werknemers terug te dringen. Ten opzichte van 2019 moeten in 2030 één megaton CO2 winst zijn behaald. Met voorlichting en door samen met commerciële partijen marketing concepten te ontwikkelen tracht de overheid het aankoop- en gebruiksgedrag van consumenten te beïnvloeden met als doel energiebesparing [Volkskrant].

Bedrijfsleven

Het bedrijfsleven is een belangrijke energieverbruiker en neemt ongeveer de helft van het landelijk energieverbruik voor haar rekening. Vanaf eind 2023 moeten bedrijven met een hoog energieverbruik (meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas) rapporteren over de energiebesparende maatregelen die ze nemen. De bedrijven moeten investeren in maatregelen die ze binnen vijf jaar kunnen terugverdienen door een verlaagd energieverbruik. Bedrijven die investeren in energiebesparende of milieuvriendelijke maatregelen kunnen rekenen op financiële ondersteuning van de overheid. Via de Energie Investeringsaftrek (EIA), de Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) kan een deel van de investeringskosten worden afgetrokken of afgeschreven. Met de Investeringssubsidie ISDE kunnen ondernemers een tegemoetkoming ontvangen bij de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en dergelijke. Sommige bedrijven en instellingen zijn auditplichtig op grond van de Europese Energie-Efficiëntie Richtlijn (EED) als ze niet tot het MKB (Midden en Kleinbedrijf) horen. Deze ondernemingen moeten elke vier jaar een energie-audit bij de (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) (RVO) indienen . Gedurende de looptijd van de meerjarenafspraken moet een energie-efficiëntieplan (EEP) worden opgesteld dat iedere 4 jaar geactualiseerd moet worden. Bijdragen aan de energie-efficiëntie kan via eigen processen, via ketenefficiency en via hernieuwbare energie [RVO].

Binnen het bedrijfsleven zijn er nog veel mogelijkheden voor energiebesparing. Met het toepassen van verschillende elektrische technieken kan zowel in de industrie als in de agrarische sector op energie worden bespaard. Voorbeelden daarvan zijn het impulsdrogen van papier op papierwalsen met inductieve technieken, het lijmen van hout en het lassen van kunststoffen met diëlektrische technieken, het drogen van natte oppervlakken met luchtmessen, het indampen van voedingsmiddelen met mechanische dampcompressie en het ontsmetten van potgrond.

Voor het MKB (Midden- en Kleinbedrijf) zijn er speciale regelingen om energie te besparen, onder andere de de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM). Kleinere bedrijven zijn over het algemeen gevestigd op bedrijventerreinen. Het totaal energieverbruik op deze terreinen bedraagt ongeveer 700 PJ. Het energieverbruik op een bedrijventerrein hangt af van het type bedrijf dat er gevestigd is. Terreinen met overwegend kantoren en dienstenactiviteiten hebben een veel geringer energieverbruik dan terreinen met industriële bedrijven met veel warmte vragende processen. De RVO biedt speciale regelingen aan om bedrijventerreinen duurzamer te maken. Bij bedrijventerreinen liggen vooral mogelijkheden om gezamenlijk ter plaatse warmte en/of elektriciteit te genereren. De elektriciteit kan met warmtekrachtinstallaties op het bedrijventerrein zelf worden opgewekt. Hernieuwbare elektriciteit kan geleverd worden met windturbines geplaatst op het bedrijventerrein. De met de warmtekrachtinstallatie opgewekte warmte kan via een warmtedistributienet worden gebruikt voor gebouwverwarming of voor het verwarmen van processen. Behalve met een warmtekrachtinstallatie kan de warmte ook opgewekt worden met een centrale warmtepomp of de warmte kan worden onttrokken aan een warmte- en koudeopslagsysteem. Het laatste systeem kan in de zomer ook voor koeling worden aangewend. De bedrijven op een bedrijventerrein kunnen gezamenlijk van meerdere hernieuwbare bronnen gebruik maken. Naast windturbines zijn dat bijvoorbeeld zonnepanelen, zonnecollectoren en het verbranden, vergisten of vergassen van biologisch afval. Energie en grondstoffen kunnen worden bespaard door hergebruik van afvalwater, gebruik van reststoffen en gebruikmaken van restwarmte en -koude. Door het koppelen van energieketens op bedrijventerreinen kan op energie worden bespaard. Wat afval is voor een bedrijf kan grondstof zijn voor een ander bedrijf. De afvalwarmte of de afvalkoude van een bedrijf kan nuttig worden gebruikt door een ander bedrijf [RVO].

Energiebesparing wereldwijd

De oorlog in Oekraïne, en de daardoor sterk gestegen energieprijzen, heeft tot een versnelling van de investeringen in energiebesparende maatregelen geleid. De wereldwijde investeringen in besparingen stegen in 2022 tot 532 miljard euro, dat is een stijging van 16% ten opzichte van het jaar daarvoor. De investeringen leidden in dit jaar tot een 2% efficiënter energiegebruik [IEA].