Getijdenenergie

Getijdencentrale gebaseerd op hoogteverschil van eb en vloed

Een bekende centrale La Rance ligt in Frankrijk bij Saint-Malo in Bretagne. Het getijdenverschil is daar ongeveer 8 tot 9 meter. De La Rance-centrale is tussen 1963 en 1966 gebouwd en heeft een vermogen van 240 MW en is daarmee een van de grootste getijdencentrales ter wereld.

Getijdencentrales zijn onder andere mogelijk aan de Atlantische Oceaan in Groot-Brittannië, Frankrijk en de oostkust van Canada. Verder aan Grote Oceaan bij Rusland, Korea, China, Mexico, Chili, Argentinië en Australië en aan de Indische Oceaan aan de westkust van India. De getijdenverschillen variëren rond de 5 meter bij Korea, tussen de 5 en 8 meter bij Groot-Brittannië de Verenigde Staten, Australië, Mexico, Argentinië en India, tot 12 meter bij Canada. Op momenten dat er voldoende elektriciteit beschikbaar is kan het getijdenbassin ook gevuld worden door rond het hoogste punt van de vloed extra water in het bassin te pompen. Hetzelfde kan gedaan worden rond eb door water uit het bassin te pompen. In de getijdencentrales wordt meestal gebruik gemaakt van Kaplan turbines met verstelbare bladen die optimaal aan het hoogteverschil kunnen worden aangepast. Alhoewel zowel tijdens eb en vloed energie kan worden opgewekt, wordt de voorkeur gegeven aan energieopwekking tijdens eb omdat het verval dan hoger is, meer water in het bassin kan worden opgeslagen en de Kaplan turbine optimaal kan worden ingesteld op één stroomrichting.

Getijdencentrale gebaseerd op getijdenstromingen

Energie kan ook worden gewonnen uit de getijdenstromingen die ontstaan als gevolg van eb en vloed.

Foto Tocardo turbines

Het Nederlandse bedrijf Tocardo heeft turbines ontwikkeld voor energieopwekking via getijdenstromingen. Vanaf 2015 wekken vijf Tocardo-turbines elektriciteit op in een van de openingen van de Oosterscheldekering. De turbines hebben een vermogen van 1,2 MW, leveren rond 3100 MWh per jaar, genoeg voor ruim duizend huishoudens.